Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Jezus dan [33]bekende, dat zij Hem wilden vragen, en zeide tot hen: Vraagt gij daarvan onder elkander, dat Ik gezegd heb: Een kleinen [tijd], en gij zult Mij niet zien, en wederom een kleinen [tijd], en gij zult Mij zien? 33. Namelijk door Zijne alwetendheid, die zij zelf bekennen, vs.30.